Het vervaardigen van handgemaakte contrabassen is een omvangrijk proces. Doordat ze met zorg voor traditie en geschiedenis gebouwd worden, zijn de bassen uit ons atelier stuk voor stuk uniek. Van historische kopieën tot moderne interpretaties, in een geantiquiseerde of hedendaagse uitvoering; aandacht voor detail is van het hoogste belang. Omdat elk instrument in de eerste plaats ontworpen is om te klinken, kan elke persoonlijke verandering vooraf worden besproken. Wij bieden bovendien de mogelijkheid om een ​​kopie te maken van een bestaand instrument uit uw eigen collectie, of een 6-snarige, 5-snarige, 4-snarige, 3-snarige bas, voor klassiek of jazzgebruik.

Maak gerust een afspraak om de mogelijkheden te bespreken!

Contrabassen zijn fragiel en onderhevig aan een hoge, constante spanning. Ze zijn gevoelig voor barsten of vervormingen, en door hun omvangrijk formaat vaak onbeschermd tegen stoten. Er is echter zelden een staat waaruit een contrabas niet kan worden hersteld. De restauratie van oude instrumenten is dan ook een dagelijks continuüm in ons atelier; van het herprofileren van welvingen tot verhalzingen, van het repareren van barsten tot het retoucheren van vernis. Om de schade en de ideale restauratieprocedure per instrument correct te kunnen inschatten, wordt u uitgenodigd om een ​​afspraak te maken.

De werking van elk instrument wordt beïnvloed door veranderingen in de relatieve luchtvochtigheid, temperatuur en druk. Deze parameters in combinatie met de normale lineaire bewegingen van een contrabas kunnen een negatieve impact hebben op zowel klank als bespeelbaarheid. Aanpassingen aan de brug, bassbalk en stapel, evenals de snaren, staartstuk, eindpin, enz. bieden vele mogelijkheden om de klank per specifiek instrument te optimaliseren, teneinde het instrument in zijn maximale potentiaal te kunnen gebruiken.

We beschikken over een breed scala aan zorgvuldig geselecteerde producten voor gebruik in deze processen, per toepassing afhankelijk van het instrument.

Bram De Man werd geboren in België, waar hij zijn eerste opleiding als contrabassist volgde. Op 18-jarige leeftijd werd hij toegelaten aan het Gentse Conservatorium, afdeling muziekinstrumentenbouw, waar hij afstudeerde met grootste onderscheiding en hem een legaat werd toegekend voor zijn onderzoek naar de D-violone en de vroege contrabas. Na deze studies reisde hij door Europa om zijn kennis en ervaring uit te breiden; van het observeren van de Hongaarse Tamburaški-bassen tot het bestuderen van historische instrumenten in Brescia, Cremona, Parijs, Oslo, Londen, etc. en werkend in gespecialiseerde ateliers in Wenen, Berlijn en Brussel.

Na deze jaren besloot hij terug te keren naar België om zijn atelier in Brussel te vestigen. Terzelfdertijd behoudt hij een nauwe band met Wenen als tweede thuis en werkplaats.